Enige beschouwingen over conflictmanagement en geschillenbeslechting in vennootschapsland
Of het nu gaat om een relatie tussen partners in een huwelijk, maatschap of vennootschap, op enig moment kunnen conflicten ontstaan die maken dat het beter is dat ieder zijn, of haar, eigen weg gaat. Dit kan er toe leiden dat het gezamenlijk opgebouwde vermogen of de onderneming moet worden gedeeld en vereffend, dan wel dat aandelen moeten worden overgedragen.
Meestal gebeurt dit niet in pais en vree. Veel kosten en moeite kunnen partners zich besparen als zij al bij het aangaan van hun relatie rekening houden met de mogelijkheid dat zij ooit nog eens uit elkaar gaan. Dat is niet makkelijk. Nogal wat mensen g(b)eloven elkaar op de blauwe ogen. Dat is vaak niet het moment om op regelingen bij het uit elkaar gaan aan te dringen. En er zijn of worden ook niet altijd juristen betrokken die goed (kunnen) adviseren.
Als de partners dan uit elkaar gaan worden goede regels en afspraken over de wijze waarop, vaak node gemist. En dat kan leiden tot ingewikkelde, langdurige en kostbare procedures. En tot tal van eigengereide en opportunistische acties van een of beide partners die eerder leiden tot verscherping van het conflict dan tot de oplossing ervan.
De voorbeelden in de jurisprudentie zijn talrijk.
Reinders en Mc Kinney zijn beide aandeelhouder en tevens bestuurder. Persoonlijke geschillen leiden tot zakelijke verschillen van inzicht. Reinders doet in het belang van het bedrijf verschillende vergeefse pogingen om er uit te komen. Hij roept uiteindelijk een aandeelhoudersvergadering bijeen op het moment dat Mc Kinney met vakantie is. Enig onderwerp van de vergadering: het ontslag van Mc Kinney. Mc Kinney verzet zich en een slepend juridisch conflict is geboren.
Yilmaz en Vandijsseldonk beginnen een naaiatelier. De rechtsvorm is die van de maatschap (overigens zonder dat ze dat zelf weten). Vandijsseldonk werkt om de hoek ook voor zichzelf. Als Yilmaz daar achter komt is dat het begin van het einde, althans van de samenwerking. Want over de vraag waar de negentien dan nog supermoderne naaimachines heen moeten en of Yilmaz recht had op de door Vandijsseldonk verspeelde goodwill, is vervolgens geprocedeerd totdat Vandijsseldonk, vanzelf, failliet ging.
Jansen is met twee anderen vennoot in een V.O.F. Regel is daar dat bij unanimiteit besluiten worden genomen. De VOF wordt omgezet in een B.V. Daar geldt het wettelijke beginsel van collegiale besluitvorming. Op de dag van de omzetting wordt Jansen door de beide andere aandeelhouders (zijn ex mede-vennoten) als bestuurder ontslagen. Jansen verzet zich. Het conflict bleek de doodsteek voor een tot dan toe succesvol bedrijf en het einde van hun baan voor een tiental werknemers.
Du Perron heeft 4/5 van de aandelen in Internationaal Transport B.V. Hij kan met dat pakket iedere statutenwijziging tegenhouden. Kort nadat Du Perron is komen te overlijden, wordt de weduwe uitgenodigd voor een aandeelhoudersvergadering. Enig onderwerp: de statutenwijziging waar Du Perron zich steeds tegen heeft verzet. De weduwe heeft op dat moment geen oog voor de post met daarbij de oproepingsbrief voor de vergadering. Bij haar afwezigheid wordt tijdens de vergadering besloten tot uitgifte van aandelen aan Hendriks, die ook nergens van weet en die vervolgens mee tekent voor een krediet van de bank, waarvoor verder nog een zustervennootschap zich borg stelt. De weduwe Du Perron verzet zich. Tien jaar later was de kwestie nog niet opgelost.
Mevrouw Van den Boomen is enig aandeelhoudster in Van den Berg Holding. Als haar echtgenoot komt te overlijden, wordt haar broer als nieuwe bestuurder aangezocht. Zijn optreden wekt weerstand bij het personeel en de bank heeft de nodige aarzelingen: goede raad is duur. Een te lichtvaardig gegeven ontslag leidt tot procedures die de vennootschap zich juist niet kan veroorloven. Anderzijds is een gerichte en duidelijke aanpak noodzakelijk. Wie adviseert?
De wet lijkt voor de hand liggende acties te bieden. De mogelijkheid bestaat om de vernietigbaarheid van een ontslagbesluit in te roepen, omdat dat besluit evident niet te goeder trouw is genomen. Misbruik van meerderheidsmacht is een bekend leerstuk. Een aandeelhouder kan naar de rechter om zijn medeaandeelhouder te dwingen alle aandelen over te nemen, of om hem juist te dwingen tot een “exit”. Bijzondere rechtsgangen staan open.
Ook een gang naar de Ondernemingskamer is mogelijk.
Complicerende factor is dat de wettelijke regelingen doorgaans geen pasklare oplossingen bieden voor de variëteit aan problemen die zich in de praktijk voordoen. Procederen is kostbaar en tijdrovend. De uitkomst is onzeker en een pragmatische aanpak altijd te verkiezen.
Een goede en snelle analyse van de positie van een cliënt in dist soort situaties is in het kader van een minnelijke regeling onontbeerlijk en leidt tot een zekere voorsprong als het op procederen aankomt. Conflicten moeten worden “gemanaged” om tot een (proces)economisch verantwoorde oplossing te komen.
Ondernemingsrecht is evenwel ook steeds meer een “mandarijnen-wetenschap” geworden, waarin de te kiezen weg – ook in het kader van een regeling – bepaald wordt door een grote hoeveelheid zeer casuïstisch bepaalde rechtspraak. De weg daarin te vinden is niet eenvoudig. Bovendien is er vaak samenloop met vraagstukken van personen- en familierecht, arbeidsrecht, insolventierecht en algemeen verbintenissenrecht, en spelen vragen van fiscaliteit, waardering en waarderingsgrondslagen. Nu eens weegt het ene, dan weer het andere element zwaarder. Contractuele en goederenrechtelijke elementen zijn op ingewikkelde en boeiende wijze met elkaar verweven en wie de weg altijd weet, mag het zeggen.
Wij kennen die weg.