Na de uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in een zaak tegen CZ van 19 juni 2014, waarin werd geoordeeld dat CZ als zorgverzekeraar ‘aanbestedingsplichtig’ was (zie mijn eerdere artikel daarover van vorig jaar), zijn op dat punt nog meerdere vonnissen gewezen waaruit bleek dat hierover ook anders kon worden gedacht.
Onlangs heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch zich uitgelaten over deze vraag in het hoger beroep dat CZ had ingesteld tegen het eerdere oordeel van de Voorzieningenrechter.
Naar het oordeel van het Hof ’s-Hertogenbosch zijn zorgverzekeraars geen aanbestedende diensten.
Eén van de (drie) criteria die daarvoor van belang zijn, is of zorgverzekeraars zijn opgericht om te voorzien in (zogenoemde) ‘behoeften van algemeen belang, die niet van commerciële aard zijn’.
Het Hof oordeelt dat niet ter discussie staat dat zorgverzekeraars voorzien in behoeften van algemeen belang.
Voor wat betreft de commerciële aard van die behoeften moet worden bekeken of een instelling:
Ad 1
Het Hof oordeelt dat zorgverzekeraars winst nastreven en ook feitelijk winst maken. Het ontbreken van een winstdoelstelling in de statuten, zoals bij CZ het geval is, betekent volgens het Hof nog niet dat geen sprake is van het voorzien in behoeften van algemeen belang van commerciële aard. Daarnaast overweegt het Hof dat CZ wordt bestuurd op basis van criteria van rendement, doelmatigheid en rentabiliteit.
Ad 2
Het Hof stelt voorts vast dat zorgverzekeraars opereren in een klimaat van concurrentie. Zorgverzekeraars ‘strijden’ immers om de gunst van de verzekerden.
Ad 3
Tenslotte concludeert het Hof dat zorgverzekeraars hun kosten moeten dekken uit de verschillende bronnen van inkomsten die zij genereren en dat zij failliet kunnen gaan als zij hun uitgaven onvoldoende beheersen. Om die reden neemt zij aan dat zorgverzekeraars zelf het economisch risico van hun activiteiten dragen.
Nu niet is voldaan aan één van de drie criteria waar in dit geval aan moest worden voldaan om als aanbestedende dienst te worden aangemerkt, komt het Hof niet meer toe aan de bespreking van de twee overige criteria.
Naar de huidige stand van de rechtspraak zijn zorgverzekeraars dus niet aanbestedingsplichtig, al kan nog cassatie worden ingesteld tegen dit oordeel van het Hof.
Meer weten?
Neem voor informatie contact op met Moniek de Cock of een van de andere collega’s van de sectie Vastgoed.
