Ondernemende advocaten voor de ondernemer

Zaak van de maand: praktijkvoorbeeld wetswijziging WBTR in combinatie met WNT

Sinds 1 juli 2021 is de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) van toepassing. Door de wetswijziging heeft de bestuurder van een stichting in feite dezelfde rechtspositie gekregen als de bestuurder van andere rechtspersonen wat de ontslagbescherming betreft. Kort gezegd betekent dit dat, enkele uitzonderingen daargelaten, door het genomen ontslagbesluit als bestuurder van de stichting, ook het dienstverband met de stichting eindigt. Deze uitspraak is een mooi voorbeeld daarvan in combinatie met een toepassing van de mogelijke uitzonderingsbepalingen van de Wet normering topinkomens (WNT).

In deze zaak was de bestuurder in 2014 in dienst getreden bij een stichting op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Door de raad van toezicht van de stichting was hij tevens benoemd tot voorzitter van het college van bestuur. Het betreft een zaak in het voortgezet onderwijs. Op de arbeidsovereenkomst met de bestuurder is de Cao Bestuurders VO 2020 van toepassing.

De raad van toezicht is niet tevreden over het functioneren van de bestuurder. De raad van toezicht geeft aan te willen streven naar beëindiging van de positie als bestuurder en tevens naar beëindiging van het dienstverband met de bestuurder. In dat kader wordt ook advies ingewonnen bij de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad over het ontslag van de bestuurder van de stichting. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad adviseert positief.

Op 6 juli 2021 wordt de bestuurder gehoord tijdens een vergadering van de raad van toezicht met betrekking tot zijn ontslag. Hij heeft zich ziek gemeld op 12 april 2021 (derhalve voorafgaand aan de wetswijziging door de WBTR).

In vergadering van 6 juli 2021 besluit de raad van toezicht tot het ontslag van de bestuurder over te gaan. De ziekte voorkomt in dit geval dat de arbeidsovereenkomst door het ontslag als bestuurder eindigt. Hierdoor ziet de stichting zich genoodzaakt om bij de rechtbank de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de bestuurder te verzoeken. In die procedure stelt de bestuurder zich op het standpunt dat hij recht heeft op wachtgeld op grond van de Cao Bestuurders VO 2020 en dat dit wachtgeld niet door de WNT gemaximeerd zou moeten worden.

De effecten van de WBTR worden meteen inzichtelijk. De rechtbank oordeelt dat sinds 1 juli 2021 de bestuurder van de stichting in feite dezelfde rechtspositie heeft gekregen als de bestuurder van andere rechtspersonen en acht dan ook de jurisprudentie van de Hoge Raad (de zogeheten 15 april-arresten) van toepassing op de bestuurder van een stichting. Naar het oordeel van de rechtbank staat de ziekte van de werknemer het ontbindingsverzoekschrift dat door de stichting is ingediend, niet in de weg. Dit omdat het verzoek van de stichting geen verband houdt met het opzegverbod tijdens ziekte.

De rechtbank acht daarbij van belang dat hoewel de bestuurder zich al op 2 april 2021 ziek had gemeld, en dus voor de wetswijziging van 1 juli 2021 en de raad van toezicht-vergadering van 6 juli 2021, hij al voorafgaand aan zijn ziekmelding van de raad van toezicht vernomen had dat de raad van toezicht geen vertrouwen meer had in verdere samenwerking met de bestuurder. Op diverse feiten oordeelt de rechtbank dat bij de raad van toezicht geen draagvlak meer voorhanden is voor de bestuurder en de noodzakelijke vertrouwensbasis tussen de raad van toezicht en de bestuurder over en weer ontbreekt. De rechtbank oordeelt ook dat vaststaat dat de bestuurder door de raad van toezicht is ontslagen, hij dat ontslagbesluit niet heeft aangevochten en dus geen bestuurder meer van de stichting is. Ook dat element maakt in de ogen van de rechtbank dat van de stichting in redelijkheid niet meer gevergd kan worden om de arbeidsovereenkomst met de bestuurder nog langer te laten voortduren.

Onder de invloed van de WBTR had een ontbindingsprocedure eigenlijk niet meer noodzakelijk hoeven te zijn. Dit omdat het ontslagbesluit als bestuurder tot effect heeft dat de arbeidsovereenkomst met de bestuurder ook eindigt. Normaal gesproken kan dan volstaan worden met een eenvoudige opzegging door de stichting, waarbij de opzegtermijn in acht genomen moet worden. Dat hier toch een ontbindingsprocedure noodzakelijk werd, kwam doordat de bestuurder zich voorafgaand aan het te nemen ontslagbesluit ziek gemeld had. Dat hielp de bestuurder echter dus niet, omdat de rechtbank de mening was toegedaan dat in de ziekte van de bestuurder niet de reden van de verzochte ontbinding gelegen was.

Vervolgens diende de rechtbank nog te oordelen of de in de Cao Bestuurders VO 2020 opgenomen wachtgeldregeling onder de uitzondering van artikel 1.1 sub i van de WNT viel. Dit was naar de mening van de rechter het geval, ook al werd in de Cao Bestuurders VO 2020 niet expliciet verwezen naar de Cao VO 2020 zelf. De bestuurder had ook nog een eigen (aanvullende) cao. Naar de rechtbank oordeelde, is in dit geval echter sprake van een algemene bepaling die voor alle werknemers geldt en waar een individuele topfunctionaris geen invloed op uit heeft kunnen oefenen. Naar de mening van de rechtbank was de uitzonderingsbepaling in het kader van WNT dan ook van toepassing en werd de wachtgeldregeling niet beïnvloed door de WNT. Het is in deze casus dus van belang dat de cao op de bestuurder van toepassing geacht werd. Het komt in de praktijk regelmatig voor dat een cao nu juist op bestuurders niet van toepassing wordt verklaard, dus dit is zeker voor een individuele bestuurder een belangrijk aandachtspunt.

Voor raden van toezicht is dit een mooi voorbeeld van hoe de wetswijziging van de WBTR de mogelijkheden heeft verruimd om het dienstverband met een bestuurder te beëindigen. Voor de bestuurder/werknemer is het relevant dat indien op de bestuurder de WNT van toepassing is, goed beoordeeld wordt welke (overige) regelingen op de bestuurder van toepassing zijn nu de WNT uitzonderingsbepalingen kent met betrekking tot de financiële regelingen die voor topfunctionarissen naast de WNT nog kunnen hebben te gelden.

Al eerder schreven mijn kantoorgenoten Bart Prinsen en Annemieke Siebrand een whitepaper over de WBTR. Die whitepaper is hier te downloaden en bij vragen kunt u zich richten tot een van onze arbeidsrechtadvocaten.

Lees ook

Concurrentiebeding mogelijk op de schop
Sanne Luiten, 05-03-2024
Arbeidsrecht
Geen loonsanctie, maar wel een billijke vergoeding?
Madelein van der Velden, 30-11-2022
Arbeidsrecht
Ontslag op staande voet. Waarmee moet je rekening houden?
Sabine van Loon, 06-10-2022
Arbeidsrecht
Overtreding van het concurrentie- en relatiebeding: € 500.000,- boete!
Madelein van der Velden, 01-09-2022
Arbeidsrecht
Arbeidsovereenkomst beëindigen, maar beperkt dossier.
Sabine van Loon, 18-08-2022
Arbeidsrecht