Ondernemende advocaten voor de ondernemer

Verzoek tot verwijdering persoonsgegevens uit onderwijsdossier: moet de school hieraan meewerken?

De ouders van een kind uit de kleuterklas verzoeken de basisschool om alle persoonsgegevens van hun dochter die in het (registratie)programma ParnasSys ZIEN geregistreerd staan, te verwijderen. De basisschool weigert hieraan te voldoen, waarop de ouders naar de rechter stappen. Mocht de basisschool het verzoek van de ouders weigeren?

Het geschil

Aanleiding voor dit verzoek is een snel escalerend conflict tussen de ouders en de school in verband met bevindingen van de leerkracht over de houding en het gedrag van het kind. Vanwege dit conflict wilden de ouders hun dochter inschrijven op een andere basisschool. Nadat die andere basisschool inzage had gekregen in de zogeheten KIJK- en ZIEN-rapportages over het kind, besloot die school om het kind niet toe te laten. De ouders vragen de basisschool hierop de persoonsgegevens uit het leerlingvolgsysteem te verwijderen. Doordat de school weigert hiertoe over te gaan, leggen de ouders het geschil voor aan de rechter.

Toetsing aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (‘AVG’)

Het verzoek van de ouders heeft betrekking op verwerking van persoonsgegevens. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (‘de AVG”) is op deze kwestie van toepassing.

De rechter beoordeelt allereerst of de basisschool zich voor de verwerking van de persoonsgegevens in het leerlingvolgsysteem kan baseren op een rechtsgrondslag zoals genoemd in de AVG. Om persoonsgegevens te mogen verwerken, moet namelijk om te beginnen sprake zijn van een geldige grondslag. De basisschool geeft aan dat zij bepaalde persoonsgegevens moet verwerken om te voldoen aan een wettelijke verplichting. De basisschool verwijst hiervoor naar de Wet op het primair onderwijs. Daarin staat onder meer dat het onderwijs zich richt op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling en dat een basisschool verplicht is om een leerling- en onderwijssysteem te gebruiken waarin de basisschool de ontwikkeling van het kind vastlegt. De rechter concludeert daarop dat de basisschool zich inderdaad kan baseren op een rechtsgrondslag uit de AVG om de bevindingen over de sociaal emotionele ontwikkeling te verwerken.

Vervolgens beoordeelt de rechter of de verwerking door de basisschool voldoet aan het vereiste van minimale gegevensbescherming. Immers volgt uit de AVG dat niet meer persoonsgegevens mogen worden verwerkt dan noodzakelijk. De rechter oordeelt dat de basisschool ook aan dit vereiste voldoet.

De ouders voeren vervolgens aan dat de opgestelde ZIEN-rapportage niet valide en (volledig) onbetrouwbaar is. De ouders overleggen in dat verband een diagnostisch rapport over hun dochter. De basisschool geeft daarop aan dat de ZIEN-rapportage een weergave is van een observatie en dat het om een gevalideerde, in het primair onderwijs gebruikte (observatie)methode gaat. De rapportage is geen (eind)oordeel en is daarnaast niet volstrekt in strijd met het door de ouders overgelegde diagnostisch rapport. Naar het oordeel van de rechter hebben de ouders vervolgens onvoldoende feiten of omstandigheden naar voren gebracht om hun standpunt te onderbouwen.

De ouders geven vervolgens aan dat de ZIEN-rapportage niet voldoet aan het Besluit uitwisseling leer- en begeleidingsgegevens. De rechter oordeelt echter dat de ouders niet dan wel onvoldoende hebben toegelicht waarom de ZIEN-rapportage niet onder de noemer ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’ zou vallen en niet met de ontvangende school had mogen worden gedeeld.

Vervolgens beoordeelt de rechter of en hoe lang de basisschool de ZIEN-rapportage van het kind en de (gespreks-)notities en aantekeningen die eveneens in ZIEN zijn opgeslagen, mag bewaren. De basisschool geeft aan dat de directeur wettelijk verplicht is om ten behoeve van de ontvangende school een onderwijskundig rapport op te stellen over iedere leerling die de school verlaat. De rechter oordeelt dat de basisschool inderdaad op basis van de wet verplicht is om de rapportage tot vijf jaar na uitschrijving van de leerling te bewaren. Wel merkt de rechter nog op dat correspondentie tussen de school en de ouders niet in het ZIEN-registratiesysteem mag worden opgenomen.

Conclusie

Conclusie is dat de basisschool het verzoek van de ouders tot verwijdering van de persoonsgegevens terecht heeft geweigerd. Voorlopig mag de basisschool het merendeel van de door haar verwerkte persoonsgegevens van het kind nog wel bewaren. Of de ouders zich hierbij zullen neerleggen, zullen we moeten afwachten.  Deze uitspraak geeft in ieder geval inzicht in de beoordeling van een verzoek tot verwijdering van persoonsgegevens. Basisscholen zullen vaker een dergelijk verzoek krijgen. Het is dan goed om te weten hoe moet worden omgegaan met een dergelijk verzoek.

Meer info en contact
Heb je vragen over dit onderwerp of over de toepassing van privacywetgeving? Neem dan gerust contact op met Sabine van Loon of een van de andere advocaten gespecialiseerd in het privacyrecht.

Lees ook

Privacy & het nieuwe jaar: goede voornemens voor een veilig 2024
Julianne Leerentveld, 21-12-2023
IE/ICT/Privacy, MannaertsAppels, Ondernemingsrecht
Privacy & de zomerbarbecue: een voorbeeld uit de praktijk
Sylvie Bax, 21-06-2023
IE/ICT/Privacy
Privacy & cameratoezicht
Steven van Kerkhof, 25-05-2023
IE/ICT/Privacy
Privacy & nieuwsbrieven
Sylvie Bax, 06-04-2023
IE/ICT/Privacy
Privacy & sollicitanten
Sabine van Loon, 02-03-2023
IE/ICT/Privacy