De kantonrechtersformule geldt niet meer sinds 1 juli 2015. Sindsdien kan een werknemer bij ontslag meestal aanspraak maken op de transitievergoeding. Toch? Een Amsterdamse kantonrechter oordeelde op 29 januari 2016 anders. Hij kende aan de werknemer een ontbindingsvergoeding toe waarbij hij opvallend genoeg de kantonrechtersformule gebruikte. Wat was er aan de hand?
Na een ziekteperiode van de werknemer vroeg de werkgever (PropertyNL) een ontslagvergunning aan bij het UWV. De werkgever wilde het werk van de werknemer namelijk blijvend aan derden uitbesteden. De ontslagvergunning werd geweigerd. Eenmaal weer toegelaten op de werkplek, ging de telefoon van de werknemer niet meer over, werkte de computer niet en werd hij genegeerd door zijn collega’s. Werkgever heeft vervolgens de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een verstoorde arbeidsverhouding.
De kantonrechter Amsterdam haalt fel uit naar de werkgever. De werkgever had geprobeerd een verstoorde arbeidsverhouding te construeren in de hoop met zo min mogelijk kosten van werknemer af te komen.
De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een wederzijdse verstoorde arbeidsverhouding, maar oordeelt dat in de gegeven omstandigheden wel sprake is van een onvruchtbare samenwerking. De kantonrechter ontbindt vervolgens de arbeidsovereenkomst.
Wat betreft de vergoeding neemt de kantonrechter een opvallende beslissing. Dat aan de werknemer zowel een transitievergoeding als een billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever wordt toegekend, is – gezien de handelwijze van werkgever – niet vreemd. Echter, de kantonrechter vindt de maatstaf voor het bepalen van de billijke vergoeding in deze zaak niet geschikt. De kantonrechter wil onder meer de gevolgen van het ontslag tot uitdrukking laten komen in de billijke vergoeding. De kantonrechter wijkt daarmee af van de uitleg die door de wetgever is gegeven aan de billijke vergoeding. De kantonrechter gebruikt bij het bepalen van de billijke vergoeding de kantonrechtersformule. Aan de werknemer wordt € 60.000,- bruto toegekend.
Meer informatie
Het is de vraag of deze uitspraak in een eventuele hoger beroepsprocedure stand houdt. Feit is wel dat de werkgever flink op haar vingers is getikt door de kantonrechter. Dit is geen goede reclame voor de werkgever. Het is dan ook altijd aan te raden om goed voorbereid naar de kantonrechter te gaan en de gekozen stappen goed te hebben gedocumenteerd. Sabine van Loon of één van de andere arbeidsrechtadvocaten van MannaertsAppels helpen u daar graag bij.
Naast de transitievergoeding zijn er meerdere vormen voor het treffen van een afvloeiingsregeling. Meer informatie en tips daarover vindt u hier.