Ondernemende advocaten voor de ondernemer

Meer mogelijkheden voor kamerverhuur: huisvestingsverordening Rotterdam definitief onverbindend verklaard

In maart 2019 haalde Bram van Dun een mooi succes bij de rechtbank Rotterdam in een zaak over zogenoemde kamerverhuurvergunningen. In een uitspraak van 29 april 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd: de gemeente Rotterdam had geen vergunning voor kamerverhuur verplicht mogen stellen en heeft dus ten onrechte (aanzienlijke) boetes opgelegd aan onze cliënten, die zo’n vergunning niet hadden.

Huisvestingswet en Huisvestingsverordening

Zo’n kamerverhuurvergunningenstelsel is gebaseerd op een huisvestingsverordening, die weer is gebaseerd op de Huisvestingswet 2014. Om een huisvestingsverordening vast te stellen en een vergunningenstelsel in het leven te roepen vereist de Huisvestingswet dat de gemeente aantoont dat dit noodzakelijk is voor het voorkomen van de onevenredige gevolgen van schaarste in de woningvoorraad.

Vervolgens mag die vergunningplicht alleen gelden voor die onroerende zaken waarvoor dat noodzakelijk en redelijk is. De vergunningplicht maakt namelijk een inbreuk op het eigendomsrecht van de eigenaren van die onroerende zaken, en die inbreuk mag dus niet verder gaan dan noodzakelijk. Zo kan een gemeente er bijvoorbeeld voor kiezen om de vergunningplicht te laten gelden in specifieke gebieden of voor specifieke soorten onroerende zaken, waaraan een tekort bestaat: bijvoorbeeld eengezinswoningen.

Het kamerverhuurvergunningenstelsel in de praktijk

De praktijk is echter dat veel gemeentes de benodigde schaarste niet of niet voldoende hebben onderbouwd en simpelweg van het bestaan van schaarste zijn uitgegaan. Ook zien wij voorbeelden van gemeentes waar er bijvoorbeeld alleen nog maar wordt gevreesd voor toekomstige schaarste. Daarnaast zien we regelmatig dat de vergunningplicht, zonder al te veel toelichting, voor het gehele grondgebied van de gemeente en voor alle onroerende zaken, in het leven wordt geroepen.

Dat was ook het geval in de gemeente Rotterdam. Bram van Dun had bij de rechtbank Rotterdam en de Afdeling bestuursrechtspraak betoogd dat dit in strijd was met de Huisvestingswet 2014. Beide rechters waren het met hem eens en de huisvestingsverordening van de gemeente is dus onverbindend verklaard. De gemeente heeft de aanzienlijke boetes aan onze cliënten moeten terugbetalen.

Meer informatie/contact
De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak kan ook mogelijkheden bieden in andere gemeentes in Nederland. Hebt u daar vragen over, neem dan contact op met Bram van Dun of één van de andere advocaten van onze sectie Vastgoed.

Lees ook