De eerste jaren na de invoering van de WWZ (1 januari/1 juli 2015) bleven de toegekende billijke vergoedingen door ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever redelijk binnen de perken. Maar de laatste tijd zien we de bedragen flink oplopen.
In januari van dit jaar kwam een kantonrechter uit Noord-Holland al tot de toekenning van een billijke vergoeding van € 530.000. De werkgeefster had van het UWV een ontslagvergunning gekregen om de arbeidsovereenkomst met de medewerker te mogen opzeggen. De kantonrechter oordeelde echter dat de werkgeefster een voorgewende reden had aangevoerd en haar herplaatsingsplicht had geschonden. Er was daarom sprake van een onterecht ontslag. En daarmee van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgeefster.
Op 24 april 2018 kent wederom een kantonrechter uit Noord-Holland een billijke vergoeding toe. Ditmaal van maar liefst € 628.000. De medewerker in deze kwestie, in dienst vanaf 1983, kreeg de dag dat hij toetrad tot zijn nieuwe team te horen dat zijn functie zou komen te vervallen. Sindsdien kreeg hij ook geen werk meer. Er werd niet gecommuniceerd met werknemer. Sterker nog, de werkgeefster heeft zich niet meer om haar medewerker bekommerd, ook niet nadat hij uitvalt. Iedere vorm van adequate begeleiding blijft uit. Over een oriëntatie op een nieuw toekomstperspectief wordt niet met de medewerker gesproken.
Het verzoek van werkgeefster aan het UWV een ontslagvergunning af te geven, wordt afgewezen. Daarop probeert de werkgeefster het bij de kantonrechter. Naar het oordeel van de kantonrechter is ernstig verwijtbaar dat de medewerker van het ene op het andere moment op een zijspoor is gezet. Daarbij heeft de werkgeefster zich vervolgens volledig onttrokken aan de op haar, als werkgeefster, rustende verplichtingen.
Bij het bepalen van de aanzienlijke billijke vergoeding heeft de kantonrechter aansluiting gezocht bij de inkomens- en pensioenschade die medewerker zal lijden tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd. Dit leidde tot het bedrag van € 628.000, aangevuld met de transitievergoeding van € 86.022.
Met deze uitspraken is een aanzienlijke stap gemaakt in de hoogte van toegekende de billijke vergoedingen. De boodschap van deze kantonrechters is duidelijk: ga zorgvuldig met je medewerkers om. Niet zozeer het feit dat de functie van de medewerker kwam te vervallen werd ernstig verwijtbaar geacht, maar de handelwijze van de werkgeefster daarbij. Had werkgeefster intern gekeken naar herplaatsingsmogelijkheden en zich samen met de medewerker actief verdiept in externe toekomstperspectieven bijvoorbeeld via outplacement, dan was de uitkomst van de ontbindingsprocedure en de hoogte van billijke vergoeding wellicht heel anders geweest.
Meer informatie?
Wilt u meer weten over wat uw rechten of verplichtingen zijn voor wat betreft de billijke vergoeding? Neem dan contact op met Madelein van der Velden of een van onze andere advocaten van de sectie arbeidsrecht.