Ondernemende advocaten voor de ondernemer

Geldt artikel 39 lid 1 Fw ook voor huur van roerende zaken?

Op 9 januari jl. heeft de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over een al langere tijd bestaande vraag: geldt artikel 39 lid 1 Fw uitsluitend voor huur van onroerende zaken of ook voor huur van roerende zaken?

Op grond van artikel 39 lid 1 Fw kan, indien de gefailleerde huurder is, zowel de curator als de verhuurder de huurovereenkomst tussentijds beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van, over het algemeen, drie maanden. Daarnaast is de huurprijs vanaf datum faillissement een boedelschuld, waardoor er een aanzienlijk grotere kans bestaat dat aan de verhuurder enige uitkering plaatsvindt over de periode vanaf datum faillissement tot aan het moment dat de huurovereenkomst is geëindigd.

Huur roerende en onroerende zaken

Als antwoord op een prejudiciële vraag gesteld door de Kantonrechter te Leeuwarden heeft de Hoge Raad aangegeven dat artikel 39 lid 1 Fw ook geldt voor de huur van roerende zaken. Dit omdat de wetstekst zelf geen onderscheid maakt tussen huur van roerende zaken en onroerende zaken en omdat de ratio van de wetstekst daartoe geen aanleiding geeft.

Verhuurders van roerende zaken dienen er dan ook op toe te zien dat de curator hiermee rekening houdt. Niet alleen ten aanzien van de wijze van beëindiging van de huurovereenkomst, maar ook ten aanzien van het oormerken van de verschuldigde huurprijs vanaf datum faillissement als boedelschuld.

Daarnaast dient de curator, alvorens een huurovereenkomst te kunnen beëindigen, daartoe machtiging te hebben gekregen van de rechter-commissaris op grond van artikel 68 Fw. Dit geldt dus ook voor huur van roerende zaken.

Prejudiciële vraag aan Hoge Raad

Opvallend is nog dat de Kantonrechter te Leeuwarden gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid op grond van artikel 392 Rv om een prejudiciële vraag te stellen aan de Hoge Raad. Dit heeft als voordeel dat direct in de bij de Kantonrechter aanhangige procedure duidelijkheid over een openstaande rechtsvraag kan worden verkregen. Daarmee wordt voorkomen dat eerst door zowel de Kantonrechter als in hoger beroep door het Gerechtshof over deze rechtsvraag zou moeten worden beslist, alvorens de rechtsvraag te kunnen voorleggen aan de Hoge Raad.

 

Lees ook

Welke gevolgen heeft de WHOA voor het huurrecht?
Jaap Paijmans, 26-10-2020
Faillissementen, Ondernemingsrecht, Vastgoed
Wat is de juridische status van goudvis Willy?
Toine van den Wildenberg, 03-12-2018
Faillissementen
De melding betalingsonmacht: bestuurders ben alert!
Toine van den Wildenberg, 05-01-2018
Bestuurdersaansprakelijkheid, Faillissementen
Doorstarten na faillissement: pre-pack of ‘gewone doorstart’?
Toine van den Wildenberg, 24-10-2017
Faillissementen, Ondernemingsrecht