Ondernemende advocaten voor de ondernemer

Corona en de bouw – hoe beperk je de gevolgen?

Corona grijpt om zich heen en de maatregelen om de besmettingen verder in te dammen worden steeds verstrekkender, zeker in Noord-Brabant. Ook voor bouwprojecten kan dit gevolgen gaan hebben. In dit blogbericht beschrijf ik kort drie mogelijke gevolgen die de Corona-epidemie kan hebben voor bouwprojecten, en welke mogelijkheden er zijn om die gevolgen zoveel mogelijk te beperken.

Graag verwijs ik allereerst naar de al eerder verschenen artikelen van mijn collega Annemieke Siebrand (La Vida Corona: vakantie in quarantaine, hoe zit het met loon tijdens quarantaine) en  (Eerste Nederlandse bedrijven doen beroep op werktijdverkorting om coronavirus).

Drie mogelijke gevolgen van de Corona-epidemie voor bouwprojecten

De Corona-epidemie kan leiden tot vertraging in bouwprojecten (bouwplaats niet bereikbaar, onvoldoende personeel beschikbaar óf materialen niet of niet tijdig leverbaar). Daarnaast kunnen kosten- en prijsstijgingen ontstaan (materiaal veel duurder door mindere beschikbaarheid, prijzen van inleenkrachten gaan omhoog door toegenomen vraag). Tot slot behandel ik de mogelijkheid van aansprakelijkheid indien een werknemer of ZZP ‘er toch een Corona-besmetting zou oplopen.

Wat te doen bij nieuwe projecten?

Als er op dit moment nieuwe projecten worden aangenomen, waarvoor dus nog geen overeenkomst is gesloten, is het zeer verstandig om alert te zijn op bepalingen die een fatale bouwtijd of levertijd met zich meebrengen en op bepalingen die prijsstijgingen uitsluiten. Het is vanaf nu zeer raadzaam om ten aanzien van zowel de bouw- of levertijd als de prijs specifieke bepalingen op te nemen voor het geval de Corona-epidemie daarop van invloed is. Veel van de mogelijkheden die ik hierna bespreek zijn gebaseerd op overmacht en onvoorziene omstandigheden. Hoe meer de Corona-epidemie en de daarvoor getroffen maatregelen zich ontwikkelen, hoe minder de gevolgen daarvan onvoorzien kunnen zijn. Des te groter dus het belang van het opnemen van specifieke bepalingen. De precieze formulering daarvan is afhankelijk van het bewuste project. Wij adviseren u daar graag over.

Het is daarnaast verstandig om bij het aangaan van nieuwe projecten goed na te denken over alternatieve partijen die kunnen worden ingeschakeld als de oorspronkelijke partij niet kan leveren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan bouwmaterialen uit China (zoals bijvoorbeeld zonnepanelen). Als er geen of weinig alternatieven zijn, of de alternatieven zijn duurder, is het ook verstandig om daarover op voorhand afspraken te maken in de overeenkomsten die nu nog gesloten gaan worden.

Juist voordat de overeenkomst gesloten is, zijn dit soort bepalingen nog bespreekbaar. Ga het gesprek dus juist nu open en bloot met contractspartijen aan.

Wat te doen bij bestaande projecten?

Bij bestaande projecten is het zaak om goed te inventariseren welke afspraken er precies zijn gemaakt, wat de inhoud van de overeenkomsten is en welke algemene voorwaarden er van toepassing zijn. Ik zal hierna kort de mogelijkheden op grond van de vaak van toepassing verklaarde UAV 2012 en het Burgerlijk Wetboek schetsen. Veel andere voorwaarden kennen soortgelijke bepalingen, maar dit zal dus per geval bekeken moeten worden.

Ook voor bestaande projecten geldt dat het verstandig is zo snel mogelijk het gesprek met contractspartijen aan te gaan. Een door alle partijen gedragen, redelijke oplossing is in deze bijzondere situatie waarschijnlijk te verkiezen boven oplossing via de juridische weg. Mocht dat echter niet lukken, dan zijn er ook bij bestaande overeenkomsten verschillende mogelijkheden.

Voor een belangrijk deel zijn die mogelijkheden gebaseerd op een beroep op overmacht. Het is (nog) niet zeker dat de Corona-epidemie als overmacht kan worden gekwalificeerd. Dat zal afhankelijk zijn van de vraag hoe ernstig een specifiek project of een specifiek bedrijf wordt getroffen door de maatregelen van de overheid, door besmettingen onder arbeidskrachten of door de onmogelijkheid van het verkrijgen van materiaal.

Voor de goede orde: een beroep op overmacht zegt nog niet zoveel over de verdeling van de schade die ontstaat door de overmacht. Wel zal een geslaagd beroep op overmacht betekenen dat partijen hun verplichtingen (nog) niet hoeven nakomen en dus geen wanprestatie plegen.

Vertraging

Als een aannemer vermoedt dat vertraging kan gaan ontstaan door de Corona-epidemie, is het zaak om zo spoedig mogelijk een beroep op termijnverlenging te doen, zeker bij projecten waar de UAV 2012 van toepassing zijn. Paragraaf 8 lid 4 UAV 2012 bepaalt dat de opdrachtgever op verzoek van de aannemer de bouwtijd kan verlengen. Op grond van paragraaf 8 lid 5 UAV 2012 heeft de aannemer recht op termijnverlenging als van hem door overmacht niet kan worden gevergd dat het werk tijdig wordt opgeleverd. De UAV bepaalt dat zo’n verzoek schriftelijk moet worden gedaan, tenminste 14 dagen voor het verstrijken van de bewuste termijn.

Bij projecten waar de bouwtijd in werkbare dagen wordt geteld is nog een alternatief dat wordt betoogd dat de Corona-epidemie zorgt voor onwerkbare dagen. Hoewel die bepaling (paragraaf 8 lid 2 UAV) in beginsel is geschreven voor de gevolgen van onwerkbaar weer, kan die bepaling ook zo worden gelezen dat die betrekking heeft op dagen dat de bouw stil komt te liggen door de Corona-epidemie.

Normaliter betekent vertraging bij dit soort projecten dat een korting wordt opgelegd. De bewuste bepaling van de UAV, paragraaf 42 lid 3 UAV 2012, bepaalt echter ook dat geen korting wordt opgelegd voor dagen waarop de bouw door overmacht wordt vertraagd. Vertraging door “bedrijfsstoornissen” of door onwerkbaar weer (als de bouwtijd niet in werkbare dagen wordt geteld) leidt niet tot het opleggen van een korting als het gaat om een vertraging van ongewone duur. Dat gaat dus niet op als de vertraging maar enkele dagen heeft geduurd.

Mocht (alleen) het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn, dan zal een beroep moeten worden gedaan op artikel 6:258 BW. Dat artikel bepaalt dat als de rechter een overeenkomst kan wijzigen of geheel of gedeeltelijk kan ontbinden als het op grond van onvoorziene omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verwacht dat een overeenkomst ongewijzigd in stand blijft.

Prijsstijgingen

Voor het geval er sprake is van prijsstijgingen door de Corona-epidemie zal een beroep moeten worden gedaan op paragraaf 47 UAV 2012 of artikel 7:753 BW dat ziet op dergelijke prijsstijgingen. Dat kan dus gaan om de kosten van materiaal, maar wellicht ook om de kosten van inleenkrachten die hun prijzen verhogen door toenemende vraag naar vervangende arbeidskrachten.

Het is in aanneemovereenkomsten heel gebruikelijk dat wordt bepaald dat de prijs “vast” is tot het einde van het werk. Het risico op prijsstijgingen wordt gelegd bij de aannemer. Zo’n bepaling betekent echter niet dat op de hiervoor genoemde bepalingen geen beroep kan worden gedaan. Dat is alleen anders de toepasselijkheid van die bepalingen expliciet is uitgesloten. Dat gebeurt overigens in veel overeenkomsten wel. Ook dan is er nog altijd het laatste redmiddel van artikel 6:258 BW, dat ik hiervoor al beschreef bij de vertraging.

In alle gevallen geldt dat het wel moet gaan om substantiële prijsstijgingen, waarbij onder meer gekeken wordt naar de verhouding van de post waarvan de prijs stijgt tot de totale aanneemsom, de gevolgen voor de winstmarge of de in de aanneemsom opgenomen risicopost. Dat betekent dat een prijsstijging voor een onderaannemer mogelijk zo groot kan zijn dat de onderaannemer recht heeft op vergoeding, terwijl datzelfde niet geldt voor de hoofdaannemer.

Aansprakelijkheid voor besmettingen

Wat als een arbeidskracht een Corona-besmetting oploopt? In theorie is het zeker denkbaar dat een werkgever van eigen of ingeleend personeel aansprakelijk kan zijn, omdat door haar te weinig actie is ondernomen om verspreiding van het virus tegen te gaan. Ingevolge artikel 7:658 BW heeft een werkgever immers de verplichting ervoor te zorgen dat werknemers door het werk niet ziek worden. Dat betekent dus dat de partij die de macht over de bouwplaats heeft (de opdrachtgever of de hoofdaannemer) er goed aan doet om de richtlijnen van het RIVM op te volgen. Doet zij dat niet, dan kan een ziek geworden werknemer of inleenkracht haar werkgever aansprakelijk stellen. Het is in de praktijk de vraag of zo’n aansprakelijkstelling succesvol zal zijn. De ziek geworden werknemer of inleenkracht moet dan namelijk kunnen aantonen dat hij/zij is ziek geworden door het werk. Omdat men het corona-virus overal kan opdoen en achteraf niet snel aantoonbaar is waar het is opgelopen.

Toch is het verstandig dit risico zoveel mogelijk te verkleinen en er dus actief beleid op te voeren dat arbeidskrachten van de bouwplaats worden geweerd die de klachten vertonen op grond waarvan men op grond van de RIVM-richtlijnen thuis moet blijven. Dat (aantoonbaar) dat beleid is gevoerd kan achteraf relevant zijn in een eventuele aansprakelijkheidsdiscussie.

Meer informatie/contact
De Corona-epidemie is (helaas) nog in ontwikkeling. Datzelfde geldt voor de maatregelen die worden getroffen voor de bestrijding daarvan. De toekomst zal helaas dus nog wel even onzeker blijven. Hebt u vragen die niet in deze of één van onze andere blogs worden beantwoord en/of hebt u behoefte aan advies op maat voor uw situatie, dan kunt u natuurlijk contact opnemen met Bram van Dun of een van de andere advocaten van onze sectie Vastgoed.

Lees ook